Kersttaart met kaneel en kersen
Ingrediënten
Bereidingswijze Kersttaart met kaneel en kersen
Stap 1
Vet de springvormen in en bekleed de bodems met bakpapier. Verwarm de oven voor op 180ºC.
Stap 2
Klop de boter met de basterdsuiker licht en romig. Voeg al kloppend een voor een de eieren toe en voeg daarna het bakmeel, bakpoeder en kaneelpoeder toe.
Stap 3
Schep dit beslag in de springvormen en bak 30-35 minuten in de oven. Steek een satéprikker in de bodems om te testen of deze er droog uitkomt en de bodems gaar zijn.
Stap 4
Neem de vormen uit de oven en laat even staan. Steek het gebak rondom los van de vorm en stort de bodems op een rooster. Trek het bakpapier eraf en laat afkoelen. Snijd de bovenkanten indien nodig recht bij.
Stap 5
Giet de kersen af en vang het sap op. Meng wat kersensap door de jam en schep de kersen erdoor.
Stap 6
Snijd elke taartbodem 2 keer horizontaal door zodat je 3 lagen hebt. Verdeel over de verschillende lagen een laagje kersen met jam, maar laat de bovenkant van één bodem leeg. Stapel de bodems recht op elkaar en sluit af met de laag zonder vulling.
Stap 7
Verwarm voor het glazuur de slagroom op een lage stand en smelt de chocolade al roerend hierin. Laat iets afkoelen en roer de mascarpone erdoor. Strijk dit glazuur met een spatel op en rond de taart.
Stap 8
Zet de taart in de koelkast of op een koele plek zodat het glazuur stevig kan worden.
Stap 9
Garneer de taart met bessen en poedersuiker en zet eventueel een nestje van karameldraden (zie 'kooktechniek: karameldraden' elders op boodschappen.nl) erbovenop.